Lothian Schots

Lothian Schots is een Centraalschots dialect, gesproken in de Lothians; dit is het gebied dat zich zuidwaarts uitstrekt vanaf de Firth of Forth naar de lammermuirs.
Een specifieke karaktertrek van de klank van het Lothian Schots is het voortdurende gebruik van de klank “aw” waar “ah” voorkomt in andere Schotse dialecten. Het is bijvoorbeeld, “he cawr broke doun so Aw haed tae gaun aw the wey fae Lawngniddry tae the Pawns on fit,” in plaats van “The car broke doun sae A haed tae gang aa the road fae Langniddry tae the Pans.”
Een karakteristieke medeklinker in Lothian Schots is de “retroflexe R” die wordt gebruikt wanneer de r voorkomt na “th”, “t” of “d”. De tong wordt achterin de mond gelegd, zodat een zeer dichte, rollende klank ontstaat. Hierdoor klinkt “three” ongeveer als “shree”, “tree” als “tshree” en “dree” als “jree”.
Deze kenmerken komen haast nooit voor in geschreven Schots (omdat veelal een gestandaardiseerde vorm wordt gebruikt), alhoewel vele bekende Schotse schrijvers uit de Lothians kwamen: bijvoorbeeld Allan Ramsay, Robert Fergusson, Sir Walter Scott en Robert Louis Stevenson. Irving Welsh schreef “Trainspotting” in een mengtaal van stedelijk Lothian Schots en Engels.
In de meer zuidoostelijke dialecten worden enkele veelvoorkomende woorden uitgesproken als in het Schots van het grensgebied, bijvoorbeeld “oo” (wij), “twae” (twee), “whae” (wie), “awae” (weg).

· onderstaande woorden zijn karakteristiek voor Lothian Schots:
canny nanny: een wilde, angelloze bij 
pickies: hopscotch 
swee: swing

· enkele geografische namen:
Embrae: Edinburgh 
Lithgae: Linlithgow 
Heddinton: Haddington 
The Pans: Prestonpans 
Dumpender: Traprain Law 
Ternent: Tranent 
Pethheid: Pathhead 
The Paps o Fife: Oost en West Lomond, gezien vanuit de Lothians

Auteur: Sandy Fleming, 2002
Vertaler: Mathieu van Woerkom, 2002

Bloemlezing

Auteur: Sandy Fleemin (Sandy Fleming)
Bron: “The Mairiage o Robin Reidbreest an Jenny Wran” (“Het huwelijk van Robin Redbreast en Jenny Wren”)
Vertaler: Mathieu van Woerkom

“Ar yous gaun ti the big schuil nou?”
Me an Peter leukit doun an saw wee Jeemie. “Ay,” A says, “what div ye ’hink oor waitin on the bus for?”
“Ar yes no feared?”
“What ar the ti be feared fae?”
“The big laddies.”
Peter lauched at him, “What, like you’r feared fae us?”
Wee Jeemie juist stuid leukin up, sae A says, “What cless ye in this year?”
“Primary shree.”
Peter leukit ower at iz. “Miss Shields?”
“Ay, Miss Shields,” A says ti Jeemie, “ye’ll like her, wulln’t ye, son?”
He never says onything but he wis as fair-heidit as Oor Wullie an his face gaed bricht pink, sae A says, “Bonny dous, haesn’t she?” Rid as a beet he went.

“Ga je nu naar de grote school?”
Peter en ik keken naar beneden en zagen kleine Jimmy. “Ja”, zei ik, “waarom denk je dat we op de bus wachten?”
“Zijn jullie niet bang?”
“Waar moeten we bang voor zijn?”
“De grote jongens.”
Peter lachte hem uit, “Hoezo, zoals jij bang voor ons bent?”
Kleine Jimmy stond maar omhoog te kijken, en ik zei, “In welke klas zit je dit jaar?”
“Groep drie van de basisschool.”
Peter keek me aan. “Juf Shields?”
“Ja, juf Shields”, zei ik tegen Jimmy, “Die ga je wel leuk vinden, toch? Kleintje?”
Hij zei niks maar hij was zo blond as Oor Wullie en zijn gezicht werd steeds roder, en ik zei “Mooi borsten, toch?” Hij werd zo rood als een biet.

Meer informatie: http://www.lowlands-l.net (Klik op “Resources” en op “Links” of “Offline Material”.)

[terug naar de beginpagina]