Zeeuws

Taalgroep
Indo-Europees / Germaans / Westgermaans / Ingwaeoons

Naam
De naam Zeeuws (Zeeusch, Zeesch) wordt in ieder geval al sinds de dertiende eeuw gebruikt voor de kusttaal van de Zeeuwse en Hollandse eilanden en de Vlaamse kuststrook tot voorbij Duinkerke. De herkomst van de naam is onduidelijk, al is een verband met 'Zees' (van de zee) voor de hand liggend.
Tegenwoordig wordt de naam Zeeuws gebruikt voor de taal van Goeree-Overflakkee, de Zeeuwse eilanden en West- en Midden-Zeeuws-Vlaanderen. De nauw verwante dialecten van West- en Frans-Vlaanderen staan bekend als respectievelijk West-Vlaams en Frans-Vlaams (Vlaemsch, Vlemsj). Vanwege de grote verwantschap tussen het Zeeuws en het West- en Frans-Vlaams zal de situatie van de laatste twee streektalen hieronder regelmatig aangehaald worden. In het Engels geldt de naam 'Zeelandic' als paraplubegrip voor de drie varianten. Een gemeenschappelijke benaming wordt door de sprekers van de varianten echter niet of nauwelijks geaccepteerd.

Gebied
Zeeuws wordt gesproken in de Nederlandse provincies Zeeland (behalve in de oostelijk Zeeuws-Vlaanderen) en Zuid-Holland (alleen op Goeree-Overflakkee en in de dorpen Oostvoorne, De Tinte en Rockanje op Voorne).
Het gebied waar Zeeuws wordt gesproken, wordt afgebakend door twee belangrijke isoglossen (dialectgrenzen). In het Zeeuwse gebied is de Middelnederlandse uu nooit ui geworden en is de ie nooit ij geworden. In het Hollands (ten noorden), het Brabants (ten oosten) en het Oost-Vlaams (ten zuidoosten) is dat wel het geval. Deze isoglossen zijn niet alleen taalkundig van belang, ook voor de taalbeleving van de sprekers spelen ze een grote rol. 
De zuidgrens van het Zeeuws is een verhaal apart. Het Zeeuws en West-Vlaams gaan zeer geleidelijk in elkaar over en sprekers verstaan elkaar moeiteloos. In feite is er geen sprake van een taalgrens, net als er feitelijk geen taalgrens tussen West-Vlaams en Frans-Vlaams (Vlaemsch of Vlemsj) bestaat. In Nederland, België en Frankrijk worden simpelweg verschillende benamingen voor dezelfde streektaal gebruikt: respectievelijk Zeêuws, (West-)Vlaoms en Vlaemsch.

[klik hier voor een kaart]

Geschiedenis
Al in de dertiende eeuw wordt het Zeeuws als aparte streektaal genoemd. Jacob van Maerlant schreef bijvoorbeeld over zijn manier van werken:

Men moet om de rime te souken 
Misselike tonghe in bouken: 
Duuts, Diets, Brabants, Vlaemsch, Zeeus; 
Walsch, Latijn, Griex ende Hebreeus

Zeeuws werd toen dus gespeld als 'Zee(u)s(ch)' en was als begrip gangbaar ter aanduiding van de taal van de Vlaamse kust. Daar verstond men tot ongeveer begin vijftiende eeuw het hele eilandrijke kustgebied van Oostvoorne tot voorbij Duinkerke onder. Met Vlaemsch werd de taal van het Vlaamse achterland (Gent, Kortijk) bedoeld.
Toen de Brugse rederijker Cornelis Everaert in 1526 in zijn stuk 'Ghewilligh Labuer ende Volc van Neeringhe' een zeeman opvoerde 'sprekende de Zeeusche taele', bedoelde hij daar waarschijnlijk die "algemeen-Vlaamse" kusttaal mee. In die tijd was Zeeuws dus een wat breder begrip dan nu.
Later zijn het West-Vlaams, Frans-Vlaams en Zeeuws-Vlaams aan de ene kant en het Zeeuws van de eilanden aan de andere kant wat verder uit elkaar gegroeid. In het zuiden stond de taal onder invloed van de zogenaamde Brabantse Expansie, al was die invloed niet zo sterk als op het ten opzichte van de oude situatie goeddeels verbrabantste Oost-Vlaams. In het noorden raakte het Zeeuws steeds verder onder de invloed van het Hollands en de Nederlandse standaardtaal. 
Gevolg is dat zowel in West-Vlaanderen als in Zeeland door de eeuwen heen het aantal ingvaeonismen (kusttaalkenmerken) afgenomen is. Opvallend genoeg bewaart het Vlaemsch in de verste uithoeken van Frans-Vlaanderen nog een aantal kenmerken die het niet met het West-Vlaams, maar wel met het Zeeuws en het eveneens sterk ingvaeoonse Fries deelt.
De grote bloeitijd van het Zeeuws lag in de zeventiende eeuw, toen het de officiële taal was van de 'Vrye en Independente Staat van Zeeland' was en gesproken werd in tal van privé-kolonies van de Staten van Zeeland en particuliere Zeeuwen (Guyana, Suriname, noordoost Brazilië, Tobago, Sint Eustatius, Saba, Sint Croix, Sint Thomas, etc.). Uit die tijd dateert ook een aantal creooltalen die op basis van Zeeuws en Afrikaanse talen ontstonden (Berbice, Skepi en Negerhollands). Een van die talen, het Berbice Dutch van Guyana, wordt nog altijd gesproken. Het Zeeuws is daarmee, samen met het Engels (Jamaicaans, Surinaams, Cape Barren English, Hawai'i Creole English, etc.) en Afrikaans (Flytaal en Oorlams), de enige Lowlands-taal die ten grondslag heeft gelegen aan de ontwikkeling van creooltalen. Zie contacttalen.

Aantal sprekers
Volgens recent onderzoek (Stichting Scoop - Zeeuws Instituut voor Zorg, Welzijn en Cultuur, 2002) spreekt 73,9% van de inwoners van Zeeland Zeeuws. Iets meer dan de helft van de totale bevolking (56,6%) doet dat vaak en 17,3% af en toe. Daarbij moet wel aangetekend worden, dat de situatie in en rond de grotere Zeeuwse steden (Middelburg, Vlissingen, Goes en Terneuzen) voor de taal weinig positief is. Amper eenderde van de Zeeuwse stedelingen spreekt nog Zeeuws.
Voor Goeree-Overflakkee zijn geen cijfers bekend, maar de taalsituatie is er goed te vergelijken met Zeeland. Voor de drie Zeeuwstalige dorpen op Voorne is het anders gesteld; daar spreekt door de grote invloed van het naburige Rotterdam nog maar een fractie van de bevolking dialect.
Voor West-Vlaanderen komen officieuze schattingen telkens op percentages van 85% en hoger. In Frans-Vlaanderen gaat de taal hard achteruit en spreekt nog slechts een deel van de ouderen "Vlaemsch". Onder de veertig jaar zijn amper sprekers te vinden, behalve enkele jongeren die zich de taal bewust via cursussen aangeleerd hebben.

Status
Het Zeeuws geniet geen enkele vorm van officiële erkenning. Hetzelfde geldt voor het West-Vlaams en Frans-Vlaams. In 2001 is voor het Zeeuws bij de Nederlandse rijksoverheid erkenning aangevraagd op grond van het "Europees Handvest voor Streek- en Minderheidstalen". Zo'n erkenning zou de overheid verplichten de taal te beschermen en het gebruik aan te moedigen.
Zo'n 94% van de bevolking ziet het Zeeuws volgens recent onderzoek als waardevol en 82% wil de taal door middel van erkenning voor de toekomst bewaren (Scoop, 2002). Opmerkelijk is dat de streektaal steeds meer gebruikt wordt in domeinen waar dat vroeger taboe was (bestuur, middenstand, kerk).

Openbare diensten en bedrijfsleven
Het Zeeuws wordt vrijwel nooit gebruikt in het openbaar bestuur. Het gebruik blijft beperkt tot sommige commissievergaderingen van gemeentes. Ook in communicatie met de burger wordt Zeeuws zelden of nooit gebruikt.
In de zorgsector wordt veel vaker Zeeuws gesproken, al ligt daar geen specifiek beleid aan ten grondslag. Het aanmoedigen van het gebruik van de streektaal in verpleeg- en rusthuizen, zoals dat in andere delen van Nederland wel gebeurt, komt in Zeeland niet voor.
Er bestaat een behoorlijke hoeveelheid psalmen, gezangen en bijbelboeken in het Zeeuws en er vinden ook regelmatig (vooral protestantse) diensten in de streektaal plaats. Bijzondere vermelding verdient 't Kerkje van Ellesdiek in Ellewoutsdijk, een tot 'spiritueel-cultureel' centrum omgevormde kerk waar het Zeeuws de enige taal is in alle oecumenische diensten en andere activiteiten.
In het bedrijfsleven speelt het Zeeuws vooral in het midden- en kleinbedrijf een belangrijke rol. Veel zakelijke gesprekken vinden in het Zeeuws plaats, veel klanten gebruiken het Zeeuws bij een bezoek aan een bedrijf en er wordt (op een zeer bescheiden schaal) in het Zeeuws geadverteerd.
In West-Vlaanderen geldt een vergelijkbare situatie, al zijn kerkdiensten en advertenties in de streektaal daar een onbekend verschijnsel. In Frans-Vlaanderen is de streektaal vrijwel geheel uit het openbare leven verdwenen.

Onderwijs
Momenteel lopen een aantal projecten die het Zeeuws een plaats moeten geven in het basisonderwijs. In het vervolgonderwijs is geen aandacht voor het Zeeuws en in het hoger en universitair onderwijs ontbreekt het Zeeuws volledig. In West-Vlaanderen is totaal geen onderwijs in de streektaal, terwijl in Frans-Vlaanderen een aantal particuliere cursussen veel belangstelling geniet van zowel volwassenen als kinderen.
Als enige streektaal van het noordwest Europese gebied (Noord-Duitsland, Nederland, Vlaanderen, Engeland, Schotland, Noord-Ierland) wordt het Zeeuws door geen enkele wetenschappelijke instelling structureel bestudeerd. De Zeeuws-Vlaamse dialecten, West-Vlaams en Frans-Vlaams krijgen in de vorm van het project Woordenboek van de Vlaamse Dialecten vanuit de Rijksuniversiteit Gent ruime wetenschappelijke aandacht.

Media
De regionale omroep in Zeeland maakt mondjesmaat gebruik van de streektaal. Op tv gebeurt dat nog minder dan op de radio. Lokale radiostations besteden evenmin veel aandacht voor het Zeeuws. In de enige regionale krant van Zeeland, de PZC, wordt wekelijks een column aan het Zeeuws gewijd.
De situatie in West-Vlaanderen is vergelijkbaar, terwijl in Frans-Vlaanderen de vrije radio Uylenspieghel met uitzendingen in het Frans en Vlaemsch een aanzienlijk aantal luisteraars trekt. 
In Zeeland bestaat het kwartaalblad Noe dat volledig in het Zeeuws, West-Vlaams en Frans-Vlaams geschreven is en ook beschouwingen van actuele onderwerpen brengt.

Cultuur
Een groot aantal artiesten bedient zich van het Zeeuws en West-Vlaams. Het gaat daarbij zowel om 'troubadours' als rockbands. In 2000 haalde voor het eerst een Zeeuwstalig nummer de Nederlandse Top-40. Het ging om een nummer van de Zeeuws/Amsterdamse band Nuff Said, die speciaal voor de Zeeuwstalige cultfilm Wilde Mossels enkele Zeeuwse nummers had opgenomen. In België trekken West-Vlaamse artiesten als Willem Vermandere, Flip Kowlier en 't Hof van Commerce ook landelijk de aandacht. Frans-Vlaanderen kent het Reuzekoor uit Duinkerke en Joël & Klerktje met een traditioneel Vlaams reperoire.
Vele toneelverenigingen op lokaal en regionaal niveau brengen met regelmaat stukken in het Zeeuws en West-Vlaams. Ook in enkele professionele producties werd de streektaal gehanteerd. Het Volktoneel voor Frans-Vlaanderen verzorgd vanuit België met veel succes elk jaar een serie toneelvoorstellingen in Frans-Vlaanderen.
Jaarlijks verschijnt een handvol boeken met Zeeuwse gedichten en/of verhalen. Daarnaast is er het eerder genoemde tijdschrift Noe. De kwaliteit van de Zeeuwse literatuur is, enige uitzonderingen daargelaten, nog niet vergelijkbaar met die van sommige andere kleine (streek-)talen.
De literaire productie in het West-Vlaams is bijzonder klein, kleiner nog dan die in het Zeeuws. In Frans-Vlaanderen is vooral de dichter Jean-Noël Ternynck. Zijn poëtische overpeinzingen over zijn geboortestreek zijn zowel in boekvorm als op geluidscassette (met muzikale begeleiding) te verkrijgen. Er bestaat een door de meeste sprekers en veel schrijvers geaccepteerd algemeen spelsysteem voor alle Zeeuwse, West-Vlaamse en Frans-Vlaamse dialecten.

Auteur: Marco Evenhuis

Meer informatie: http://www.lowlands-l.net (Klik op “Resources” en op “Links” of “Offline Material”.)

[terug naar de beginpagina]